Tijm (Thymus vulgaris)

Herkomst

Tijm is een aromatisch kruid dat van oorsprong uit het Middellandse Zeegebied komt. Het werd al in het oude Egypte en bij de Grieken en Romeinen gebruikt, zowel als keukenkruid als voor medicinale en rituele doeleinden. Tegenwoordig groeit tijm in heel Europa en wordt het wereldwijd gekweekt.

Kenmerken

Tijm is een laagblijvende, winterharde, houtachtige plant uit de lipbloemenfamilie (Lamiaceae). De kleine, ovale blaadjes zijn grijsgroen en verspreiden een krachtige, kruidige geur. De plant bloeit met kleine witte tot paarsroze bloemetjes die ook aantrekkelijk zijn voor bijen. Tijm heeft een warme, aardse en licht pittige smaak, met een vleugje citroen en munt.

Toepassing

Tijm wordt veel gebruikt in:

  • Culinaire gerechten: zoals stoofschotels, soepen, vlees- en visgerechten, en groenten zoals tomaat, aardappel en paddenstoelen.

  • Kruidenmixen: zoals Provençaalse kruiden en bouquet garni.

  • Thee en natuurlijke remedies: vanwege de antibacteriële en slijmoplossende werking, vooral bij verkoudheid en keelpijn.

Tijm is zowel vers als gedroogd te gebruiken en geeft veel smaak af tijdens het meekoken of -stoven.

Tijm staat traditioneel symbool voor moed, kracht en zuiverheid. In de oudheid droegen soldaten tijm bij zich voor bescherming en dapperheid in de strijd. Ook werd het gebruikt in tempels en rituelen als zuiverend kruid. In de Middeleeuwen geloofde men dat tijm geluk bracht en boze geesten op afstand hield.