Lavas (Levisticum officinale)

Herkomst

Lavas, of maggikruid, is een kruid dat oorspronkelijk afkomstig is uit Europa en West-Azië. Het is een lid van de schirmbloemenfamilie (Apiaceae) en groeit van nature in vochtige, beschutte omgevingen zoals rivieroevers. Lavas wordt al sinds de middeleeuwen gebruikt, zowel in de keuken als voor medicinale doeleinden.

Kenmerken

Lavas is een vaste plant die kan uitgroeien tot ongeveer 1,5 meter hoog. Het heeft grote, donkergroene bladeren die sterk lijken op die van selderij, met een kruidige, aromatische geur. De plant produceert kleine, gele bloemen in schermen. Het aroma van lavas is intens en lijkt op een mengsel van selderij en ui, waardoor het een karakteristieke smaak toevoegt aan gerechten.

Toepassing

Lavas wordt vooral gebruikt in:

  • Culinaire gerechten: de bladeren worden vaak gebruikt als smaakmaker in soepen, stoofschotels, vleesgerechten en sauzen. Het wordt ook toegevoegd aan kruidenmengsels zoals de bekende maggikruiden.

  • Kruidenboter of -olie: lavas kan worden gecombineerd met boter of olie voor het op smaak brengen van verschillende gerechten.

  • Geneeskunde: in de volksgeneeskunde wordt lavas soms gebruikt om de spijsvertering te bevorderen of bij klachten zoals verkoudheid, omdat het wordt gezien als een kalmerend en diuretisch middel.

De gedroogde bladeren hebben een minder intense smaak dan verse bladeren, maar ze blijven een waardevolle toevoeging aan de keuken.

Lavas wordt vaak geassocieerd met bescherming en genezing. In de volksgeneeskunde werd het kruid gebruikt om het lichaam te reinigen en de gezondheid te bevorderen. Het stond ook symbool voor kracht en vitaliteit. In sommige tradities wordt het kruid gezien als een middel om negatieve energie te verdrijven en het welzijn van het huis te bevorderen.