Aster (Aster spp.)
Herkomst
De aster is een geslacht van bloeiende planten dat van oorsprong voorkomt in Europa, Azië en Noord-Amerika. De naam komt van het Griekse woord aster, wat “ster” betekent – een verwijzing naar de stervormige bloemen. Tegenwoordig worden asters wereldwijd gekweekt als populaire tuinplanten.
Kenmerken
Asters zijn vaste planten of eenjarigen die opvallen door hun stervormige bloemen, die op margrieten lijken. De bloemen zijn er in allerlei kleuren, vooral paars, roze, blauw, wit en rood, vaak met een geel hart. Ze bloeien laat in het seizoen – van augustus tot oktober – en zijn daarom een belangrijke voedselbron voor insecten in het najaar.
- Hoogte: van 20 cm (dwergsoorten) tot 150 cm (borderasters)
- Bladeren: lancetvormig of smal
- Bloemen: talrijk, in schermvormige trossen of losse bloemen
Bekende soorten zijn onder andere:
- Herfstaster (Symphyotrichum novi-belgii)
- Zomeraster (Callistephus chinensis)
- Alpenaster (Aster alpinus)
Toepassing
Asters zijn zeer geliefd in de siertuin vanwege hun lange bloei en kleur in de nazomer en herfst:
- In borders, rotstuinen of als snijbloem
- Bijvriendelijke plant – aantrekkelijk voor vlinders, bijen en andere bestuivers
- Sommige soorten zijn geschikt als potplant voor balkon of terras
Asters zijn meestal winterhard, gemakkelijk te onderhouden en passen goed in een natuurlijke tuin.
Wist je dat asters vaak de bijnaam “herfststerren” krijgen? Ze bloeien namelijk op het moment dat veel andere bloemen al zijn uitgebloeid en brengen dan nog volop kleur in de tuin – net als kleine sterren in een herfstlandschap!
